Inhoud van verpakking
airFiber-radio |
GPS-antennemontage |
Externe GPS-antenne |
Metalen band |
Tiewraps (2) |
Universele beugel |
airFiber PoE (24 V, 1 A) met montagebeugel |
Netsnoer |
Antennecompatibiliteit
De airFiber-radio is ontworpen voor gebruik met de volgende airFiber X-antennemodellen:
- AF-2G24-S45
De radio kan ook worden gebruikt met het volgende RocketDish™-antennemodel:
- RD-2G24 (universele beugel vereist)
Installatievereisten
- Onbelemmerde zichtlijn tussen de airFiber radio's
- Ongehinderd zicht op de hemel voor correcte GPS-werking
- Verticale montage-oriëntatie
- Montagepunt
- Ten minste 1 m onder het hoogste punt op de structuur
- Voor toreninstallaties, ten minste 3 m onder de top van de toren
- Aardingskabels – min. 10 AWG (5 mm2) en max. lengte: 1 m. Om veiligheidsredenen moet u de airFiber-radio aarden aan een mast, paal, toren of aardingsblok met aarding.
- (Aanbevolen) 2 Gigabit PoE-overspanningsbeveiligingen voor gebruik buitenshuis
- Bij gebruik buitenshuis zijn voor alle bekabelde Ethernet-verbindingen afgeschermde categorie 6-kabels (of hoger) en afgeschermde RJ-45-connectors vereist.
WAARSCHUWING: Als uw airFiber-radio niet op de juiste wijze is geaard, vervalt uw garantie. |
Opmerking: Voor richtlijnen met betrekking tot aarding en bliksembeveiliging dient u de plaatselijke voorschriften voor elektrische apparatuur te volgen. |
Hardware-overzicht
airFiber-antenneconnectors |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Worden gebruikt voor het aansluiten van RF-antennekabels (niet meegeleverd). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GPS-antenneconnector |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Worden gebruikt voor het aansluiten van de GPS-antenne. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Signaallampjes |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opstarten met airOS Als u het apparaat van stroom voorziet, gaan de lampjes Voeding (<4>Power4>), GPS, Verbinding (<4>Link4>), en signaallampjes 1-4 branden. Als de CPU-code het overneemt, gaan de lampjes GPS, Verbinding (<3>Link3>), en signaallampjes 1-3 uit. Signaallampje 4 blijft ononderbroken branden om aan te geven dat het apparaat bezig is met opstarten. airFiber-software initialiseren Als de airFiber-toepassing wordt opgestart met airOS®, schakelt signaallampje 4 over van ononderbroken branden naar knipperen met 2,5 Hz. Het lampje blijft knipperen tot de AF-2X volledig is opgestart. Signaalsterkte Als het apparaat volledig opgestart is, dienen signaallampjes 1-4 als een staafdiagram, die laat zien hoe dicht het apparaat zich bij de optimale signaalsterkte bevindt. Dit wordt automatisch geschaald op basis van het verbindingsbereik, de antenneversterking en de geconfigureerde TX-voeding van het externe apparaat. Elk signaallampje heeft drie mogelijke standen: Aan, knipperen, en uit. Bij een optimale verbinding, zouden de signaallampjes ononderbroken moeten branden. Als de verbinding 1 dB minder sterk wordt, gaat signaallampje 4knipperen; bij een verlies van 2 dB gaat signaallampje 4 uit. Hieronder ziet u een volledig overzicht van alle standen van de signaallampjes.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Link-lampje (Verbindingslampje) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit |
RF uit |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Synchroniseren |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SSID uitzenden |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Registreren |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan |
Operationeel |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GPS-lampje |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit |
Geen GPS-synchronisatie |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiten bedrijf (zwak signaal) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan |
Operationeel (sterk signaal) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MGMT-lampje |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit |
Geen Ethernet-verbinding |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan |
Ethernet-verbinding tot stand gebracht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willekeurig knipperen |
Ethernet-activiteit |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Datalampje |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit |
Geen Ethernet-verbinding |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan |
Ethernet-verbinding tot stand gebracht |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willekeurig knipperen |
Ethernet-activiteit |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voedingslampje |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit |
Geen voeding |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan |
Ingeschakeld |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beheerpoort |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10/100 Mbps, beveiligde Ethernet-poort voor configuratie. In-Band Management is standaard ingeschakeld in de airFiber-configuratie-interface. Als In-Band Management is uitgeschakeld, is de MGMT-poort de enige poort die firmware kan controleren, configureren en/of bijwerken. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reset-knop |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Houd de Resetknop langer dan 10 seconden ingedrukt als het apparaat al is ingeschakeld en u het apparaat opnieuw wilt instellen op de fabrieksinstellingen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Datapoort |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gigabit PoE-poort voor de verwerking van al het gebruikersverkeer en om het apparaat van stroom te voorzien. |
Installatieoverzicht
Wij raden u aan uw gekoppelde AF-2X-radio’s te configureren voordat u ze op locatie installeert. In het overzicht hieronder staat een samenvatting van de installatieprocedure. In de daarna volgende gedeelten vindt u meer informatie over de installatie.
- Sluit de airFiber PoE-adapter aan op de DATA-poort en sluit uw computer aan op de MGMT-poort.
- Configureer de radio.
- Installeer een aardingskabel en monteer de radio op een airFiber X- of een RocketDish-antenne.
- Installeer de airFiber X- of RocketDish-antenne met de gemonteerde radio op de installatielocatie (zie de Snelstartgids voor de installatie-instructies van de antenne).
- Bevestig de aardingskabel en monteer de GPS-antenne.
- Breng de RF-verbinding tot stand en optimaliseer deze.
Power over Ethernet verbinden
WAARSCHUWING:Gebruik alleen de meegeleverde adapter, model POE-24-AF5X. Als u dit niet doet, kan het apparaat beschadigd raken en kan de productgarantie vervallen. |
Configuratie van airFiber
De instructies in dit gedeelte rubriek gaan over hoe u toegang krijgt tot de airFiber configuratie-interface en hoe u de volgende instellingen kunt configureren:
- Wireless-modus Configureer de ene radio als Master en de andere als Slave.
- Frequentie-instelling De gebruikte frequentie moet hetzelfde zijn op de Master en de Slave.
- Configureer de Ethernet-adapter op uw computer met een statisch IP-adres op subnet 192.168.1.x.
- Start uw webbrowser. Typ http://192.168.1.20 in de adresbalk. Druk op Enter (PC) of Return (Mac).
- Voer ubnt in de velden Username (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) in. Selecteer uw land en taal. Om het product te gebruiken, dient u akkoord te gaan met de gebruiksvoorwaarden. Klik op Login (Inloggen).
- Ga naar Settings (Instellingen) . Klik op het tabblad Wireless (Draadloos).
- De basisinstellingen voor draadloze verbindingen configureren:
- Voor één radio selecteert u Master voor de Wireless-modus. Behoud voor de andere radio de standaardinstelling Slave.
- Vul een naam in in het veld: Link Name (Verbindingsnaam). Deze naam dient hetzelfde te zijn bij de Master en de Slave.
- Wijzig zo nodig de instellingen voor de Channel Bandwidth (Kanaalbandbreedte), Master TX Duty Cycle (werkcyclus van de master-TX), het Output Power (Uitgangsvermogen) en/of de Maximum Modulation Rate (Maximale Modulatiesnelheid).
- De Frequency (Frequentie)-instellingen configureren. De geselecteerdeFrequency (Frequentie) moet op beide airFiber-radio's dezelfde zijn.
- De Wireless Security (WLAN-beveiliging) configureren:
- Selecteer het type AES-sleutel, HEX of ASCII.
- Voor het veld Key (Sleutel):
- HEX Voer 16 bits in (acht, 16-bits HEX-waarden: 0-9, A-F of a-f). U kunt nullen weglaten en dubbele punten gebruiken, vergelijkbaar met de IPv6-indeling.
Opmerking: De configuratie-interface van airFiber ondersteunt IPv6-indelingen, met uitzondering van quadpunten en '::' (dubbele punten).
- ASCII Voer een combinatie in van alfanumerieke tekens (0-9, A-Z, of a-z).
- Klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
- In-Band Management is standaard ingeschakeld, dus elke airFiber-radio moet een uniek IP-adres hebben. (Als de airFiber-radio's hetzelfde IP-adres gebruiken, hebt u mogelijk geen toegang meer tot de airFiber-radio's via de DATA-poorten.) Klik op het tabblad Network (Netwerk).
- Voor de optie Management IP Address (IP-adres voor beheer:
- DHCP Houd de standaardinstelling op DHCP als u DHCP-reservering op uw router wilt gebruiken om een uniek IP-adres toe te wijzen.
- Static (Statisch) Wijzig IP Address (IP-adres), Netmask (Netwerkmasker) en andere instellingen om deze compatibel te maken met uw netwerk.
- Klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan).
- Voor de optie Management IP Address (IP-adres voor beheer:
Opmerking: Amerikaanse productversies zijn vergrendeld met de Amerikaanse landcode om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de FCC-voorschriften. |
Herhaal de instructies in ‘airFiber Configuratie’ voor de andere radio.
Raadpleeg voor meer informatie over de airFiber-configuratie-interface de gebruikershandleiding voor airFiber X die beschikbaar is op ui.com/download/airfiber
Hardware-installatie
Installeren van een aardingskabel
- Bevestig het andere uiteinde van de aardingskabel aan een geaarde mast, paal, toren of aardingsblok op de installatie-locatie.
WAARSCHUWING: Als uw airFiber-radio niet op de juiste wijze is geaard, vervalt uw garantie.
Opmerking: De aardingskabel dient zo kort mogelijk te zijn en niet langer dan een meter lang.
Montage op de airFiber X-antenne
De airFiber X-antenne AF-2G24-S45 staat afgebeeld in dit gedeelte:
Montage op een RocketDish-antenne
De RocketDish RD-2G24-antenne staat afgebeeld in dit gedeelte:
Montage van de externe GPS-antenne
Bepaal een montagepunt met ongehinderd zicht naar de lucht, boven de radio en er zo ver mogelijk vandaan.
OF
Power over Ethernet verbinden
|
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de meegeleverde adapter, model POE-24-AF5X. Als u dit niet doet, kan het apparaat beschadigd raken en kan de productgarantie vervallen. |
---|
Optioneel
Overspanningsbeveiliging
Voor extra bescherming kunt u twee overspanningsbeveiligingen aanbrengen, zoals de Ubiquiti Ethernet Surge Protector, model ETH-SP, aan het uiteinde van elke verbinding. Breng de eerste overspanningsbeveiliging aan op minder dan een meter afstand van de airFiber DATA-poort. Breng daarna de tweede overspanningsbeveiliging aan bij de ingang van de locatie van de behuizing van de bekabelde netwerkapparatuur.
Uitlijning
Tips
- Als u uw airFiber-radio’s nauwkeurig wilt uitlijnen voor een optimale werking, MOET u de uiteinden van de verbindingen om beurten uitlijnen, niet tegelijkertijd.
- Het kan zijn dat u aanvullende hardware nodig hebt om problemen, zoals een verkeerd geörienteerde montagepaal of significante hoogteverschillen tussen de airFiber-radio’s te compenseren.
Een verbinding tot stand brengen
Pas de posities van de Master en Slave aan om een verbinding tot stand te brengen.
|
Opmerking: De Master moet eerst op de Slave worden gericht, omdat de Slave geen RF-signaal verzendt tot deze een zendsignaal van de master detecteert. |
---|
- Master Richt de Master visueel op de Slave. De positie van de Master aanpassen:
- Draai de antenne terwijl deze door de stabilisatorbeugels wordt ondersteund om het azimuth uit te lijnen.
- Draai de moerenop de hoogtestang vast of los om de hoogte af te stellen.
- Draai alle bouten en moeren vast tot ongeveer 50 N-m.
- Slave Richt de Slave visueel op de Master. De positie van de Slave aanpassen:
- Draai de antenne terwijl deze door de stabilisatorbeugels wordt ondersteund om het azimuth uit te lijnen.
- Draai de moerenop de hoogtestang vast of los om de hoogte af te stellen.
- Draai alle bouten en moeren vast tot ongeveer 50 N-m.
- Controleer of er een verbinding tot stand is gebracht. Controleer of het LINK-lampje ononderbroken groen brandt en of de signaallampjes van de Slave signaalsterkte weergeven.
- Slave Richt de Slave op de Master om een optimale signaalsterkte op de Master te bereiken.
Opmerking: Zie het gedeelte over de signaallampjes voor meer informatie over de signaalwaarden.
Opmerking: Voor de maximale signaalsterkte kunt u het beste een aantal keer bij azimuth en elevatie kijken wat het beste resultaat geeft.
- Master Richt de Master op de Slave om een optimale signaalsterkte op de Slave te bereiken.
- Herhaal stap 4 en 5 tot de verbinding optimaal is en alle vier de signaallampjes ononderbroken branden. Zo krijgt u de optimale datasnelheid tussen de airFiber-radio’s.
- Vergrendel de uitlijning van beide airFiber-antennes door alle moeren en bouten aan te draaien.
- Kijk, terwijl u de moeren en bouten aandraait, steeds goed of de waarden van de signaallampjes van alle airFiber-radio’s constant blijven. Als een van de waarden van de signaallampjes verandert, draai dan alle moeren en bouten weer los. Pas de uitlijning van elke antenne aan en draai de moeren en bouten dan weer aan.
|
Opmerking: Voer NOOIT op de Master en de Slave tegelijkertijd aanpassingen uit. |
---|
Verantwoordelijkheid voor conformiteit van de installatie
Apparaten moeten vakkundig worden geïnstalleerd en de professionele installateur is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat wordt gebruikt volgens de lokale wettelijke vereisten.
Antenne
Voor een aangepaste antenne (mits van toepassing) moet u de antenneversterking handmatig invoeren. Raadpleeg de hierna vermelde vereisten en antennetypen.
Kabelverlies (indien van toepassing)
Geef het kabelverlies in dB op. Het uitgangsvermogen wordt aangepast om het verlies tussen de radio en de antenne te compenseren.
Gecertificeerde antennetypen
FCC-ID van deze radiozender: SWX-AF2X / IC: De 6545A-AF2X is goedgekeurd door de FCC / ISED Canada voor gebruik met de volgende antennetypen, waarbij de maximaal toelaatbare versterking is aangegeven voor elk antennetype. Antennetypen die niet in deze lijst staan of die een grotere versterking hebben dan de maximale versterking voor dat type, zijn strikt verboden voor gebruik bij dit apparaat.
Antenne |
Frequentie |
Versterking |
---|---|---|
Schotel |
2 GHz |
24 dBi |
Specificaties
AF-2X |
|
Afmetingen |
224 x 82 x 48 mm (8,82 x 3,23 x 1,89") |
---|---|
Gewicht |
0,35 kg (0,77 lb) |
RF-connectors |
(2) RP-SMA weerbestendig (CH0, CH1) (1) SMA weerbestendig (GPS) |
GPS-antenne |
Externe, magnetische basis |
Voeding |
24V, 1A PoE Gigabit-adapter (meegeleverd) |
Voedingsbron |
Passieve stroom via Ethernet |
Bevestigen |
Compatibel met Rocket-montage GPS-mastmontage (meegeleverd) |
Bedrijfstemperatuur |
-40 tot 55° C (-40 tot 131° F) |
Certificeringen |
FCC Part 15.247, |
Netwerkinterface |
|
Datapoort | (1) 10/100/1000 Ethernet-poort |
Beheerpoort | (1) 10/100 Ethernet-poort |
Systeem |
|
Maximale doorvoer | 500 Mbps |
Versleuteling | 128-bit AES |
OS | airOS F |
Wireless-modi | Master/Slave |
Radio |
|
Bedrijfsfrequentie | 2400-2500 MHz (afhankelijk van regionale regelgeving) |
Max. zendvermogen | 29 dBm (afhankelijk van regionale regelgeving) |
Nauwkeurigheid van frequentie | ± 2,5 ppm zonder GPS-synchronisatie ± 0,2 ppm met GPS-synchronisatie |
Kanaalbandbreedte | Selecteerbare, programmeerbare up- en downlink-werkcycli van 10/20/30/40/50 MHz |