×

Klik hier voor de
Inhoudsopgave

menuSnelstartgids AF-24

Inhoud van verpakking

AirFiber AF-24
Paalmontagebeugel
Mastklemmen (2 stuks)
Tiewraps (3 stuks)
Schroefbouten (3 stuks)
Vlakke sluitringen (4 stuks)
Veerringen (4 stuks)
Zeskantmoeren (4 stuks)
Gigabit PoE-adapter (50 V, 1,2 A)
Netsnoer

Hardware-overzicht

Uitlijnbeugel

Elevatie-afstelling

Azimut-afstelling

Aardingspunt

Borgbouten

Poortafdekking

Vergrendeling afdekking

Lampjes, poorten en display

Snelheidslampje (datapoort)

Uit

10/100 Mbps

Aan

1000 Mbps

Lampje voor verbinding/activiteit (datapoort)

Uit

Geen Ethernet-verbinding

Aan

Ethernet-verbinding tot stand gebracht

Willekeurig knipperen

Ethernet-activiteit

GPS-lampje (Aux-poort)

Uit

Geen GPS-synchronisatie

Aan

Operationeel (sterk signaal)

Normaal knipperen*

Operationeel (zwak signaal)

Modulatielampje (Aux-poort)

Uit

¼x of 1x (QPSK SISO)

Kort knipperen*

2x (QPSK MIMO)

Normaal knipperen*

4x (16QAM MIMO)

Lang knipperen*

6x (64QAM MIMO)

Master/Slave-lampje

Uit

Slave-modus

Aan

Master-modus

Statuslampje RF-verbinding

Uit

RF uit

Kort knipperen*

Synchroniseren

Normaal knipperen*

SSID uitzenden

Lang knipperen*

Registreren

Aan

Operationeel

Snelheidslampje (configuratiepoort)

Uit

10 Mbps

Aan

100 Mbps

Lampje voor verbinding/activiteit (configuratiepoort)

Uit

Geen Ethernet-verbinding

Aan

Ethernet-verbinding tot stand gebracht

Willekeurig knipperen

Ethernet-activiteit

Reset-knop

Houd de Reset-knop langer dan vijf seconden ingedrukt terwijl het apparaat is ingeschakeld als u het apparaat wilt resetten naar de fabrieksinstellingen.

Datapoort

10/100/1000 Mbps-poort verwerkt al het gebruikersverkeer.

Aux-poort

Poort voor het afstemmen van geluidssignalen.

LED-display

Digitaal display voor informatie over voeding, status en modus.

RX-vermogen (-dBm)

Nummer

Decodeerbaar RX-signaal

Knipperend nummer

Ondecodeerbaar RX-signaal

Overbelastingstoestand

Configuratiepoort

10/100 Mbps, beveiligde poort voor configuratie. Standaard is dit de enige poort die firmware kan controleren, configureren en/of bijwerken.

* Kort knipperen (aan/uit-cyclus 1:3)
normaal knipperen (aan/uit-cyclus 1:1)
lang knipperen (aan/uit-cyclus 3:1)

Installatievereisten

Power over Ethernet verbinden

Configuratievan airFiber

De instructies in dit gedeelte rubriek gaan over hoe u toegang krijgt tot de airFiber configuratie-interface en hoe u de volgende instellingen kunt configureren:

  1. Sluit een Ethernet-kabel van uw computer aan op de configuratiepoortvan de airFiber AF-24.

  2. Configureer de Ethernet-adapter op uw computer met een statisch IP-adres op subnet 192.168.1.x (bijvoorbeeld 192.168.1.100).
  3. Start uw webbrowser. Typ http://192.168.1.20 op de adresbalk en druk op Enter (PC) of Return (Mac).

  4. Voer ubnt in de velden Username (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) in. Selecteer uw land en taal. Om het product te gebruiken, dient u akkoord te gaan met de gebruiksvoorwaarden. Klik op Login (Inloggen).

    Opmerking: Amerikaanse productversies zijn vergrendeld met de Amerikaanse landcode om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de FCC-voorschriften.

  5. Klik op het tabblad Wireless (Draadloos).
  6. De standaardinstellingen voor draadloze verbindingen invoeren:
    1. Selecteer Master uit de vervolgkeuzelijst Wireless Mode (Wireless-modus) voor één airFiber AF-24. Behoud voor de andere airFiber AF-24 de standaardinstelling Slave.
    2. Vul een naam in in het veld: Link Name (Verbindingsnaam). Deze naam dient hetzelfde te zijn bij de Master en de Slave.
    3. Voor de vervolgkeuzelijst Duplex:
      • Half-duplex De standaardmodus. De TX- en RX-frequenties kunnen gelijk of verschillend zijn voor lokale interferentie.
      • Full-duplex De TX- en RX-frequenties moeten verschillend zijn.
    4. Selecteer een TX-frequentie. Dit moet overeenkomen met de RX-frequentie van uw andere airFiber AF-24.
    5. Selecteer een RX-frequentie. Dit moet overeenkomen met de TX-frequentie van uw andere airFiber AF-24.
    6. Wijzig indien nodig de instellingen voor Output Power (Uitgangsvermogen), Maximum Modulation Rate (Maximale Modulatiesnelheid) en/of RX Gain (RX-versterking).
  7. De Wireless Security (WLAN-beveiliging) configureren:
    1. Selecteer het type AES-sleutel, HEX of ASCII.
    2. Voor het veld Key (Sleutel):
      • HEX Voer 16 bits in (acht, 16-bits HEX-waarden: 0-9, A-F of a-f). U kunt nullen weglaten en dubbele punten gebruiken, vergelijkbaar met de
        IPv6-indeling.

        Opmerking: De configuratie-interface van airFiber ondersteunt IPv6-indelingen met uitzondering van quadpunten en "::" (dubbele punten).

      • ASCII Voer een combinatie in van alfanumerieke tekens (0-9, A-Z, of a-z).
  8. Klik op Change (Wijzigen) en vervolgens op Apply (Toepassen).
  9. In-Band Management is standaard ingeschakeld, dus elke airFiber-radio moet een uniek IP-adres hebben. (Als de airFiber-radio's hetzelfde IP-adres gebruiken, hebt u mogelijk geen toegang meer tot de airFiber-radio's via de datapoorten.) De netwerkinstellingen wijzigen:
    1. Klik op het tabblad Network (Netwerk).
    2. Wijzig IP Address (IP-adres), Netmask (Netwerkmasker) en andere instellingen om deze compatibel te maken met uw netwerk.
    3. Klik op Change (Wijzigen) en vervolgens op Apply (Toepassen).

Herhaal de instructies in het gedeelte airFiber-configuratie, ditmaal voor de andere airFiber-radio. Nadat u de airFiber-radio's hebt geconfigureerd, koppelt u deze los en verplaatst u ze naar uw installatielocatie.

Hardware-installatie

  1. Opmerking: Plaats de mastmontagebeugel rond de mast zodat deze in de richting van de andere airFiber AF-24 is gericht.

  2. Opmerking: Draai de acht borgbouten op de uitlijnbeugel los, maar verwijder ze NIET.

  3. WAARSCHUWING: Om letsel te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle vier de schroeven goed vastzitten en volledig zijn vastgedraaid.

  4. Bevestig het andere uiteinde van de aardingskabel aan een geaarde mast, paal, toren of aardingsblok.
  5. WAARSCHUWING: Als uw airFiber-apparaten niet op de juiste wijze zijn geaard, vervalt uw garantie.

    Opmerking: De aardingskabel dient zo kort mogelijk te zijn en niet langer dan een meter lang.

Ethernet aansluiten

Opmerking: Voor extra bescherming raden we u aan twee GigE PoE-overspanningsbeveiligingen te installeren. Breng de eerste overspanningsbeveiliging aan op minder dan een meter afstand van de airFiber Datapoort. Breng daarna de tweede overspanningsbeveiliging aan bij de ingang van de locatie van de behuizing van de bekabelde netwerkapparatuur.

Hieronder vindt u een diagram van een voltooide installatie met de aanbevolen overspanningsbeveiligingen geïnstalleerd.

Uitlijning

Tips

Een voorlopige verbinding tot stand brengen

Pas de posities van de Master en Slave aan om een voorlopige verbinding tot stand te brengen. Hiervoor moeten de Master en Slave zich binnen een paar graden van de zichtlijn tussen de airFiber-radio's bevinden.

Opmerking: De Master moet eerst op de Slave worden gericht, omdat de Slave geen RF-signaal verzendt tot deze een zendsignaal van de master detecteert.

  1. Zorg er bij de Master en Slave voor dat de acht borgbouten op de uitlijnbeugel voldoende los zitten door elke ring met de hand te draaien.

  2. WAARSCHUWING: Alle borgbouten MOETEN loszitten om schade aan de behuizing van de airFiber te voorkomen.

  3. Zorg er bij de Master en Slave voor dat het azimut (AZ) en de bouten voor de elevatie-afstelling (EL) zich in het midden van hun afstelbereiken bevinden.

  4. Master Richt de Master op de Slave. Pas indien nodig de positie van de Master op de mast aan:
    1. Draai de zeskantmoeren los.

    2. Stel de mastmontagebeugel en de mastklemmen af.
    3. Haal de zeskantmoeren aan.
  5. Slave Richt de Slave op de Master om het sterkste ontvangen signaalniveau te bereiken op het numerieke LED-display van de Slave, dat zich naast de configuratiepoort bevindt. Pas indien nodig de positie van de Slave op de mast aan.

    Opmerking: De waarden op het LED-display worden weergegeven in negatieve (-) dBm. 61 staat bijvoorbeeld voor -61 dBm, wat sterker is dan -72 dBm.

  6. Master Pas het azimut en de elevatie van de Master aan totdat het sterkste ontvangen signaalniveau wordt weergegeven op het LED-display van de Master.
    1. Draai de afstelbout van het azimut (AZ) van de Master door het afstelbereik.

    2. Draai de bout voor elevatie-afstelling (EL) van de Master door het afstelbereik.

Opmerking: Als het LED-display een overbelasting aangeeft, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van de airFiber AF-24 op: ui.com/download/airfiber

De verbinding nauwkeurig afstemmen

De afstelbouten voor het azimut (AZ) en de elevatie (EL) van de uitlijnbeugel stellen het azimut en de elevatie af binnen een bereik van ±10°. Voor een nauwkeurige uitlijning maakt u aan het ene uiteinde van de verbinding aanpassingen, terwijl de andere installateur het ontvangen signaalniveau aan het andere uiteinde van de verbinding rapporteert. Voer NOOIT op de Master en de Slave tegelijkertijd aanpassingen uit.

  1. Slave Pas het azimut en de elevatie van de Slave aan totdat de andere installateur het sterkste ontvangen signaalniveau ziet dat wordt weergegeven op het LED-display van de Master.
  2. Master Pas het azimut en de elevatie van de Master aan totdat de andere installateur het sterkste ontvangen signaalniveau ziet dat wordt weergegeven op het LED-display van de Slave.
  3. Herhaal stap 1 en 2 tot u een symmetrische verbinding hebt bereikt, waarbij de ontvangen signaalniveaus binnen 1 dB van elkaar liggen. Zo krijgt u de optimale datasnelheid tussen de airFiber-radio’s.
  4. Vergrendel de uitlijning van beide airFiber-radio's door alle acht deborgbouten op de uitlijnbeugel vast te draaien.
  5. Kijk, terwijl u de borgbouten aandraait, steeds goed of de waarden van elke airFiber AF-24 op het LED-display constant blijft. Als de waarde van de signaallampjes tijdens het aandraaien verandert, draai dan alle borgbouten weer los. Rond de uitlijning van elke airFiber AF-24 nogmaals af en draai de borgbouten dan weer aan.
  6. Bevestig voor elke airFiber AF-24 de poortafdekking en draai de vergrendeling van de afdekking naar het pictogram Locked (vergrendeld).

Er zijn drie methoden om het niveau van het ontvangen signaal te bepalen:

Raadpleeg de gebruikershandleiding van de airFiber AF-24 voor instructies over de configuratie-interface van airFiber en de methoden voor geluidssignalen. De gebruikershandleiding is beschikbaar op: ui.com/download/airfiber

Verantwoordelijkheid voor conformiteit van de installatie

Apparaten moeten vakkundig worden geïnstalleerd en de professionele installateur is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat wordt gebruikt volgens de lokale wettelijke vereisten.

De velden TX Frequency (TX-frequentie), RX Frequency (RX-frequentie) en Output Power (Uitgangsvermogen) zijn bedoeld om de professionele installateur te helpen bij het voldoen aan de wettelijke vereisten.

Specificaties

AirFiber AF-24

Afmetingen

649 x 426 x 303 mm (25,55 x 16,77 x 11,93")

Gewicht

10,5 kg (23,15 lb) inclusief montage

Bedrijfsfrequentie

24,05 – 24,25 GHz

Voeding

50 V, 1,2 A PoE GigE-adapter (meegeleverd)

Voedingsbron

Passieve voeding via Ethernet (42-58 VDC)

Max. stroomverbruik

< 50 W

Netwerkinterface

Datapoort(1) 10/100/1000 Ethernet-poort
Configuratiepoort(1) 10/100 Ethernet-poort

Geïntegreerde split-antenne

TX-versterking33 dBi
RX-versterking38 dBi

Bevestigen

Mastmontageset (Meegeleverd)

Windbelasting

306,9 N bij 200 km/u (69 lbf bij 100 mph)

Bedrijfstemperatuur

-40 tot 55° C (-40 tot 131° F)

Certificeringen

CE, FCC, IC

Ontvangstgevoeligheid

Modulatie

Gevoeligheid

FDD-capaciteit*

TDD-capaciteit*

64QAM

-66 dBm

1500 Mbps

760 Mbps

16QAM

-72 dBm

1000 Mbps

507 Mbps

QPSK MIMO

-78 dBm

500 Mbps

253 Mbps

QPSK SISO

-80 dBm

250 Mbps

127 Mbps

¼x QPSK SISO

-87 dBm

62,5 Mbps

31,7 Mbps

* FDD = (2) 100MHz-kanalen en TDD = (1) 100MHz-kanaal